‘Warmteopslag is heel belangrijk voor systeemoptimalisatie, dat is echt de missende schakel’
08.03.2024 Jan de Wit

Hoewel het toenemende aantal warmtepompen nog niet dezelfde impact op het elektriciteitsnet heeft als zonnepanelen, neemt dit wel toe. En andersom ook, de netruimte heeft ook een toenemende impact op het aansluiten van nieuwe warmtepompen. Om de vaart in de warmtetransitie te houden pleit David Peters, CTO van Stedin, voor een meer integrale en solidaire aanpak, met een belangrijke systeemrol voor warmteopslag.
Eind vorig jaar bleek dat er 124 nieuwe warmtepompen uitstaan in een appartementencomplex in Apeldoorn omdat het lokale elektriciteitsnet het niet aankan. Volgens netbeheerder Alliander moet er eerst een extra transformatorhuisje komen voordat de warmtepompen kunnen worden aangesloten.
Hoewel dit voor huishoudens voorlopig nog incidenten zijn, speelt netcongestie voor utiliteitsgebouwen al tijden een rol in het aansluiten van (grote) warmtepompsystemen. Ook de verduurzaming van de warmtevraag loopt zo tegen de grenzen van het elektriciteitsnet aan.
Afgelopen week gooide Stedin een steen in de vijver door te stellen dat burgers hun elektrische auto’s ook wel buiten 16:00 en 21:00 kunnen opladen om meer netruimte te creëren. “Om het debat aan te zwengelen, want de netcapaciteit is niet eindeloos”, stelt Peters.
Dit zijn ook de tijden dat veel huishoudens hun warmtepomp aanzwengelen om na werk in een warm huis aan te komen. Het is dan ook niet ondenkbaar dat de netcapaciteit het functioneren van al geïnstalleerde warmtepompen gaat beïnvloeden. Zeker omdat het huidige energiesysteem onvoldoende opslagmogelijkheden biedt. “Dit soort discussies moeten we nu al voeren, want het elektriciteitsnet wordt als batterij gebruikt en daar is het gewoon niet voor bedoeld.”
Heeft Stedin – gezien de sterk kritische reacties – al spijt van het voorstel om te stoppen met het laden van elektrische auto’s tussen 16:00 en 21:00?
“Natuurlijk zien we dat onze stellingname deining geeft, maar het gaat ons erom dat we het debat aanzwengelen. Autonomie is een groot goed in Nederland, maar het gaat ons hier ook om een stukje solidariteit en integraliteit in de energietransitie. Onze netcapaciteit is gewoon eindig en niet laden op deze momenten betekent dat wij een nieuwe nieuwbouwwijk kunnen aansluiten.
Daarbij hangt een elektrische auto gemiddeld tien uur aan de lader. Dat kunnen wij niet sturen, maar we kunnen er wel aandacht voor vragen. Ons voorstel is ook niet om mensen elke dag te verbieden tussen 16:00 en 21:00 hun auto op te laden, maar we moeten wel duidelijke keuzes gaan maken binnen de energietransitie.
Dat kan overigens ook betekenen dat die keuzes ergens anders worden gemaakt. Neem bijvoorbeeld huishoudens met een dynamisch energiecontract: zij gaan hun elektrische auto echt niet op deze dure stroommoment opladen. Daarnaast zie je ook de energieleveranciers reageren met andere tarieven en heffingen. Zo wil Coolblue bijvoorbeeld wasmachines op de markt zetten die gratis gaan wassen als de zon schijnt of de wind waait.”
In hoeverre merkt Stedin al een impact van warmtepompen op zijn net?
“In onze prognoses houden we rekening met het overheidsbeleid en een CO2-reductie van minimaal 55 procent betekent een forse toename van het aantal warmtepompen. Daar zijn onze elektriciteitsnetten in de gebouwde omgeving niet voor aangelegd. Nederland is van oudsher een gasland en dat zie je terug in onze energie-infrastructuur.
We proberen natuurlijk zoveel mogelijk te anticiperen op het groeiende aantal warmtepompen, want de netbelasting loopt op. Tegelijk gaat dat door de snelheid van de energietransitie harder dan wij kunnen bouwen. Anticiperen betekent daarom ook helaas tijdig netcongestie afkondigen.
Onze recente oproep om elektrische auto’s soms niet de laden, moet je ook in die geest zien. We willen een debat losmaken voordat de netsituatie ons daartoe dwingt. Wij werken volgens overheidsbeleid en zien daarin geen sturende rol voor onszelf. Tegelijk willen we wel bewustzijn creëren over de gevolgen van bepaalde keuzes, dat dat kun je ook terugzien in de opzet van onze II3050-scenariostudie.”
Enige tijd geleden kondigde minister Jetten aan naar onorthodoxe maatregelen te moeten kijken, zoals dat elektrische apparaten – zoals warmtepompen – in de toekomst verplicht slim aanstuurbaar zijn. Wie zou deze slimme aansturing voor zijn rekening moeten nemen?
“Iedereen wil hier graag weten wie er gaat sturen, maar ik vind die vraag eigenlijk niet zo belangrijk. Ik vind het belangrijk dát al deze apparaten stuurbaar zijn zodat, ze slim kunnen worden ingezet. Dat hoeven wij niet te doen. Dat zou van mij ook met dynamische energiecontracten mogen.
De energietransitie is namelijk ook een kwestie van gedragsverandering. Tijdens de energiecrisis hebben we kunnen zien hoe effectief een sterke prijsprikkel is. Mensen gingen massaal gas besparen, zelfs de mensen met een vast energiecontract. Of neem een waterbedrijf: als zij mij vragen mijn auto niet te wassen op bepaalde zomerse dagen, dan neem ik dat advies ter harte.
We zitten nu midden in een veranderingsfase en een transitie gaat nou eenmaal gepaard met schokken. Deze verandering hoeft wat mij betreft echt niet alleen maar vanuit altruïsme te komen. Een prijsprikkel om mensen op bepaalde energie te laten gebruiken – of juist niet, zoals met het omdraaien van het dag- en nachttarief, kan ook goed werken.”
Welke rol zien jullie voor warmteopslag in de gebouwde omgeving?
“In Denemarken zie je dat warmteopslag met bijvoorbeeld grote buffervaten al een grote rol speelt en zeker niet met alleen voor de seizoensopslag. Warmteopslag is heel belangrijk voor systeemoptimalisatie, dat zie ik echt als de missende schakel.
Tegelijk is het voor ons geen strategisch speerpunt. Als blijkt dat er een belangrijke rol voor ons als netbeheerder is weggelegd om warmteopslag te stimuleren, dan zullen we dat natuurlijk doen. Maar dat is nu niet het geval. We zijn wel op zoek naar flexibiliteit vanuit het energiesysteem geredeneerd.”
Wat zijn jullie verwachtingen wat betreft de verdeling van all-electric warmtepompen, hybride warmtepompen met groen(e) gas/waterstof en warmtenetten?
“Grofweg verwachten we dat de warmtevraag in de gebouwde omgeving voor een derde zal worden gedaan met hybride warmtepompen, een derde met all-electric warmtepompen en een derde met warmtenetten. Uiteraard met enorme lokale verschillen, omdat het Randstedelijke gebied bijvoorbeeld veel meer potentie biedt voor warmtenetten.
We zien dat de Transitievisies Warmte van gemeenten niet erg opschieten, maar tegelijk wel een goed voorbeeld zijn van de democratische legitimering van de energietransitie. Dat is ook een belangrijk element waarmee rekening moet worden gehouden.
Wij werken duidelijk vanuit een technische blik, terwijl er veel meer aspecten meespelen om de energietransitie goed te laten verlopen. We ondersteunen gemeenten al door onze data voor hun te ontsluiten en als ons wordt gevraagd om meer ondersteuning aan gemeenten te bieden omdat zij met een gebrek aan kennis en, of personeel zitten, dan zijn we bereid te helpen. Maar de energietransitie draait om meer dan alleen technische oplossingen.
Voor ons is vooral de Nationale Uitvoeringsagenda belangrijk: we moeten meer bouwen, we hebben meer flex nodig en er moet meer planologie in de energietransitie komen. Dat betekent idealiter meer regie om ook te kunnen sturen op iets als systeemkosten. De energietransitie staat namelijk in relatie tot vele andere aspecten en moet daarom meer planmatig en programmatisch worden uitgevoerd.”